Limburg
Zaterdag 13 juni 2015. Tom Dumoulin wint de proloog in Zwitserland en Wout Poels helpt als knecht Chris Froome aan de dagzege aan de andere kant van de Frans-Zwitserse grens in de Dauphiné. Twee belangrijke en knappe prestaties, zeker van Dumouin. Voor een zekere en beroepsmatige wielerjournalist de reden voor de boute uitspraak om vol trots te stellen dat op (basis van) deze dag Limburg de toekomst van het Nederlandse wielrennen herbergt. Vrij dubieuze uitspraak op basis van een proloog van vijf kilometer en wat knechtenwerk. Als dat je toekomst is van het Nederlandse wielrennen, kun je de KNWU meteen opheffen, want dan wordt het niets meer.
Gelukkig voor deze journalist is dat de verdere talenten van de winnende tijdrijder al langer bekend waren en Nederland uit meer provincies bestaat dan alleen Limburg. Zonder de rest is het namelijk behelpen bij het fietsen. Structureel goede resultaten met soms een zege in de grote klassiekers wordt dan vrij lastig en klassementen rijden in serieuze meerdaagse etappekoersen lijkt dan zelfs uitgesloten, zeker als je kijkt naar de drie grote rondes. Dan is het af en toe hopen op een tijdrit of ontsnapping in een etappe op het hoogste niveau, want qua talent zit er niet veel meer in.
Ga maar na op basis van prestaties in de afgelopen jaren. Sinds 2001 heeft Nederland 1 monument gewonnen, Parijs - Roubaix in 2014. Deze koers kwam op naam van de Noord-Hollander Niki Terpstra, sowieso overall de beste Nederlandse kasseienspecialist. De andere Nederlandse topper op dit terrein en winnaar van de Touretappevariant van deze koersen, Lars Boom, komt uit Noord-Brabant. In die andere categorie belangrijkste klassiekers, de heuvelvarianten, is de belangrijkste Nederlandse troef van oorsprong een Groninger, Bauke Mollema met zijn eeuwige top 10-plaatsen.
Mollema is eveneens een van de belangrijkste (grote) ronderenners uit Nederland, gezien hij ook in de Tour in staat is tot een top 10-plaats. Daarnaast leveren Gelderland (Robert Gesink) en Utrecht (Wilco Kelderman) belangrijke troeven op dit vlak. Een vierde renner, de Brabander Steven Kruijswijk, wist een maand geleden voor de tweede maal top tien te eindigen in het eindklassement van de Giro. Het hoge Noorden deed ook een duit in het zakje in de kleinere rondes, met de Fries Pieter Weening (Polen 2014) en de Groninger Tom-Jelte Slagter (Tour Down Under 2014).
Als je etappezeges op World Tour-niveau meetelt en deze zijn niet behaald door minderwaardige stinkvluchters, krijgen Overijssel (Wouter Wippert) en wederom Noord-Brabant (Moreno Hofland) er ook een streepje bij. Gezien de leeftijd van deze renners mogen we blij zijn dat Nederland niet afhankelijk is van een paar Limburgers.
Overigens hebben we ook nog recente topprestaties op jeugd-WK's en andere belangrijke beloftenwedstrijden. Dus de toekomst zit wel snor.