Bergkoning?
De bergtrui. Ooit een prestigieuze prijs voor de officieel beste klimmer van het peloton. Een topklimmer, hoog eindigend in het algemeen klassement, ging er dan ook standaard met deze prijs vandoor. Dat kon de eindwinnaar zijn, maar dat hoefde niet. Je had namelijk ook tijdritten en andere etappes waar verschil gemaakt kon worden. Daarnaast stond de puntentelling los van de tijdsverschillen gemaakt op de aankomsten boven, los van bergetappes niet eindigend op een bergtop. In de afdaling kon tenslotte ook een verschil gemaakt worden.
Wat is daarvan over anno 2015? Helaas niets meer. Zeker de laatste 10 jaar heeft de titel bergkoning zijn waarde verloren. Door een verandering in het koersverloop is er ruimte ontstaan voor andere renners om te strijden voor dit gedevalueerde klassement, want de toppers wachten steeds vaker tot het laatste moment. De winnaar is tegenwoordig niet meer de beste klimmer van het hele pak, maar een kruising tussen een redelijk klimmende, notoire aanvaller en een, ironisch genoeg, falende klassementsrenner.
Zo eindigden de laatste drie winnaars van de bergtrui in de Giro d’Italia ergens tussen plek 40 en 70. En ook de huidige kandidaten zijn niet bepaald meteen top 5-materiaal. Niet omdat ze in de tijdrit een halfuur verloren, maar omdat ze lieten lopen in de eerste beste makkelijke etappes en daar een aantal keer een kwartier verloren. En zonder de strijd om het bergklassement zijn ze alsnog niet goed genoeg voor zelfs maar top 20. Oftewel, bergkoning-onwaardig!
Wat moet er dan wel gebeuren? Een alternatieve puntentelling. De Tour heeft al een goede start gemaakt door aan de zwaarste aankomsten (2e en 1e en buitencategorie) dubbele punten toe te kennen, waardoor renners als Samuel Sanchez en Nairo Quintana deze titel hebben veroverd. Maar tegelijkertijd won ook Thomas Voeckler de prijs, alles behalve een topklimmer. Ook Rafal Majka, normaliter een topklimmer, won eenmaal, maar eindigde in 2014 pas op de 44e plaats in het Algemeen Klassement. In een jaar dat eindwinnaar Vincenzo Nibali ontegenzeggelijk de echte bergkoning was.
Ik zou dus de puntentelling nog verder aanpassen. Gezien de veranderde manier van koersen sinds het EPO-tijdperk is er maar een manier van punten tellen om de beste klimmer aan te wijzen: louter punten toekennen voor dit klassement bij aankomsten bergop en alleen als er sprake is van een aankomst op de 2e categorie of zwaarder. Dan moet je wel van heel goede huize komen om dit klassement te winnen. Als je dan als vroege vluchter structureel voor de klassementsmannen blijft, dan verdien je ook gewoon die titel.
Maar wat doen we dan met de beklimmingen onderweg? Daar maken we dan maar een aparte vluchtersprijs van. Is het nog steeds publicitair interessant voor de kleintjes om te strijden voor een prijs. Wellicht kan zo’n organisator dan een klassementssponsor vinden, wat weer wat extra gelden kan binnenbrengen. De meeste organisatoren kunnen die extra knaken namelijk wel gebruiken.
Wil de echte bergkoning nu opstaan? Ik voorzie een nieuwe variant op het televisieprogramma ‘’Wie van de Drie?’’. Of breng ik John de Mol nu teveel op ideeën?